Infoplaatje

  Kramsvogel
Wetenschappelijke naam : Turdus pilaris        
Nederlandse benamingen :  

English : Fieldfare
Français : Grive litorne
Deutsch : Wacholderdrossel
 

Taxonomische indeling

Rijk : Animalia Dieren
Stam : Chordata Chordadieren
Klasse : Aves Vogels
 
Orde : Passeriformes Zangvogels
Familie : Turdidae Lijsters
Geslacht : Turdus Echte lijsters
     
    Linnaeus (1758)
   
Vindplaats : Provinviaal Domein - Wachtebeke
Oost Vlaanderen - België
Datum : 28 februari 2018
           
Omschrijving :

Het is een trekvogel die leeft in grote groepen. 's Zomers broedt de kramsvogel in kolonies in het noorden van Europa en in Azië, waar hij zich vooral voedt met allerlei ongewervelden. Het winterkwartier bevindt zich in de zuidelijkere delen van Europa en Azië en in Noord-Afrika. Hier voedt hij zich voornamelijk met vruchten en zaden.

De kramsvogel werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Carl Linnaeus, in zijn Systema naturae in 1758. Hij publiceerde de vogel onder de wetenschappelijke naam Turdus pilaris, de naam die nog steeds wordt gehanteerd. Er zijn geen ondersoorten beschreven.

De kramsvogel heeft de typische lichaamsbouw van de meeste echte lijsters; hij is gedrongen, heeft relatief forse poten en een stevige, dolkvormige snavel. De lichaamslengte van een volwassen vogel bedraagt zo'n 25 centimeter en de vleugelspanwijdte 39 tot 42 centimeter.

De kramsvogel onderscheidt zich van andere lijsters door zijn karakteristieke verenkleed. Deze is bij het mannetje en het vrouwtje vrijwel identiek. Het voorhoofd, de kruin, de nek en de oordekveren zijn duifgrijs gekleurd. Elke veer op de kruin en het voorhoofd heeft een centrale bruinzwarte streep, die bij het mannetje iets breder is. Het gebied onder de ogen en op de teugel (tussen de ogen en de snavel) is zwart gekleurd. Boven de ogen heeft de kramsvogel vage lichte streepjes. De lichtgekleurde borst is opvallend bruinzwart gespikkeld en gestreept. De kleur van de borst verloopt van gelig op de bovenborst tot wit naar de buik. Bij het vrouwtje is de borst lichter gekleurd en heeft deze minder en kleinere vlekken en strepen.

In België en Nederland is de kramsvogel een talrijke wintervogel. Ze worden voornamelijk in open terreinen aangetroffen, vaak samen met andere vogels zoals koperwieken, spreeuwen en kieviten.

 
 
 
 
Zang / Roep HIER klikken      
Naamgeving :

het Latijnse pilaris is gebleken een onjuiste weergave te zijn van het Griekse trichas, een onomatopee gevormd naar de trekroep van de Zanglijster. Daarnaast kan trichas ook 'haartje' betekenen, waarvan de vertaling in het Latijn pilaris is.

De naam Kramsvogel zou duiden op zijn voorkeur voor de vruchten van de jeneverbes, vandaar het Duitse Wacholderdrossel (Oudhoogduits Kranawitu). Hoewel de vogel deze bessen graag eet lijkt het evenzo aannemelijk dat zijn naam verband houdt met de vruchten van de lijsterbes

   
  Bron : Wikipedia