Infoplaatje

  Roek
Wetenschappelijke naam : Corvus frugilegus        
Nederlandse benamingen :  

English : Rook
Français : Corbeau freux
Deutsch : Saatkrähe
 

Taxonomische indeling

Rijk : Animalia Dieren
Stam : Chordata Chordadieren
Klasse : Aves Vogels
 
Orde : Passeriformes Zangvogels
Familie : Corvidae Kraaiachtigen
Geslacht : Corvus  
     
    Linnaeus (1758)
   
Vindplaats : Holy Island - Northumberland
Noord Engeland - UK
Datum : 13 juni 2022
           
Omschrijving :

Roeken lijken heel erg op zwarte kraai en raaf, maar zijn aan een aantal dingen relatief eenvoudig te herkennen. Allereerst heeft de roek een lichtgrijze snavelbasis. Die snavel is vaak veel puntiger dan die van de zwarte kraai, en hij heeft een behoorlijk steil voorhoofd en verhoudingsgewijs een kleine kop. In vlucht is de waaiervormige staart (let op verschil met raaf!) een goed kenmerk, maar het gedrag - in kolonievorm en in grote groepen foeragerend op grasland - is vaak ook handig om te controleren of het roeken zijn.

De roek is vrijwel even groot als de zwarte kraai, ongeveer 46 centimeter lang. Het verenkleed is zwart met een blauwige metaalglans. De snavel is ook zwart, iets naar beneden gebogen en wat slanker dan die van de zwarte kraai. Als het dier wat ouder is, wordt de snavelbasis kaal, en de onderliggende grijze huid zichtbaar. De kale, wittige snavelbasis is kenmerkend. Verder hebben ze een keelzak die ze vol kunnen proppen bij het foerageren. Het bovendeel van de poten is, anders dan bij zwarte kraaien, met wat veren bekleed. Deze 'broek' maakt ook jonge roeken (jonger dan acht maanden), die nog geen lichte snavelbasis hebben, in het veld herkenbaar. De beide geslachten zijn gelijk gevederd en even groot. Het vliegbeeld van de roek is van dat van de zwarte kraai te onderscheiden door een iets langere en dieper ingesneden vleugelhand; de vlucht maakt een wat gerieflijker indruk, de vleugelslag is wat sneller. De roek kan luidruchtig zijn en heeft een groot aantal geluiden tot zijn beschikking, die deels sterk met die van de zwarte kraai overeenkomen.

De vogels worden actief vanaf ongeveer een uur voor zonsopgang, en blijven tot zeer laat actief, zodat zelfs in de winter wel 8 uur beschikbaar is voor het zoeken van voedsel. Roeken leven het gehele jaar in groepen, broeden in soms zeer grote kolonies en slapen samen in slaapbomen. Er is een scala van groepsgedragingen. Op de bodem verplaatst de roek zich met plechtige passen of met sprongetjes, in de lucht met een krachtige vleugelslag met vrij lange glijmomenten. In het voorjaar ziet men vaak spelvluchten en luchtacrobatiek. Spelletjes met groepsgenoten worden geregeld gezien, zoals dingen laten vallen en opvangen of samen op een tak zitten te schommelen. Partners begroeten elkaar met een soort paradepas, waarbij de vleugels licht worden opgetild. Tijdens de balts vindt er wederzijdse verenkleedverzorging plaats, voedselbedelen, snavelcontact en lange baltsroepduetten waarbij de partners wat apart van de anderen met breed gespreide staart naast elkaar zitten. Het komt vaak voor dat kauwen zich bij de kolonies en overwinteringszwermen van roeken aansluiten; ook kraaien doen dit weleens. Roeken zijn net als andere kraaiachtigen uitgesproken nieuwsgierig en kunnen in volières makkelijk kunstjes leren.

 
 
 
 
         
Naamgeving :

Betekenis wetenschappelijke naam: veldvruchten verzamelende Raaf.

Een typische naam voor een schreeuwende vogel,

   
  Bron : Wikipedia