Infoplaatje

Distelvlinder
Wetenschappelijke naam : Vanessa cardui          
Nederlandse benamingen :    

English : Painted Lady
Français : Belle Dame
Deutsch : Distelfalter

Taxonomische indeling

Rijk : Animalia Dieren
Stam : Arthropoda Geleedpotigen
Onderstam : Hexapoda Zespotigen
Klasse : Insecta Insecten
Orde : Lepidoptera Vlinders
Familie : Nymphalidae Vossen
Onderfamilie : Nymphalinae  
Geslacht : Vanessa  
     
    Linnaeus (1758)
   
Vindplaats : Eigen tuin - Zaffelare
Oost Vlaanderen - België
Datum : 24 augustus 2012
 
 
 
 
 
 
 
 
           
Omschrijving :

De distelvlinder (Vanessa cardui, syn. Cynthia cardui) is een dagvlinder uit de familie van de Aurelia's (Nymphalidae), onderfamilie Nymphalinae. In Nederland en België is de distelvlinder vooral bekend als trekvlinder die in sterk wisselende aantallen passeert.

Distelvlinders hebben oranje vleugels met zwarte vlekken, en aan de vleugelpunten van de voorvleugels een zwart gebied met witte vlekken. Aan de onderzijde van de achtervleugels zitten 5 ronde vlekken, die soms een blauw hart hebben en oogvlekken worden. De onderzijde is verder bruin met wit lijntjes in een fijn vakjespatroon. De spanwijdte is 5 tot 6 centimeter. De distelvlinder lijkt door zijn oranje-zwarte tekening enigszins op parelmoervlinders, maar onderscheidt zich makkelijk door de zwart met witte vleugelpunten.
Het imago van de distelvlinder drinkt graag nectar van allerlei bloemen, en is bijvoorbeeld vaak te vinden op vlinderstruiken in tuinen. In tegenstelling tot de verwante atalanta komt de distelvlinder echter niet op rottend fruit.

De distelvlinder gebruikt vooral soorten vederdistel (Cirsium) als waardplanten, met een voorkeur voor akkerdistel, kale jonker en speerdistel. Maar ook vele andere planten zoals klit (Arctium), alsem (Artemisia), bernagie (Borago officinalis)[1], slangenkruid (Echium vulgare), zonnebloem (Helianthus), en brandnetel (Urtica) worden gebruikt.
Distelvlinders zijn erg verzot op de nectar van Echinacea. Met wat geluk vindt u er op warme dagen soms wel twee tot drie distelvlinders tegelijk op één bloem van de zonnehoed.

De eitjes worden door het vrouwtje een voor een op de bovenzijde van het blad afgezet. De voorkeur gaat uit naar planten in de volle zon in een lage vegetatie. De rups gaat vervolgens naar de onderzijde van het blad, spint dat met een paar losse draden bij elkaar en voedt zich met het blad. Alleen harde nerven blijven over. Als het blad op is, maakt hij een nieuw spinsel op dezelfde plant en eet daar verder. Zo blijven er rommelige kaalgevreten samengebonden bladeren met uitwerpselen achter. Alleen in het laatste stadium loopt de rups "vrij" over de waardplant. Uiteindelijk verpopt hij meestal op een plant in de buurt van de waardplant, weer in een los spinsel. De totale levensfase als rups duurt ongeveer een maand.

De distelvlinder vliegt snel en laag over de grond en een eventueel obstakel zal hij overvliegen in plaats van uit te wijken naar links of rechts.

 
 
 
 
         
Naamgeving :

Zowel de Nederlandse als de wetenschappelijke naam van deze soort verwijzen naar het geslacht van de distels (Carduus), een van de waardplanten van de distelvlinder.

 
   
  Bron : Wikipedia