Infoplaatje

Stinkende gouwe
Wetenschappelijke naam : Chelidonium majus          
Nederlandse benamingen : wrattenkruid, zwaluwenkruid, schellekruid,
vergefkruid, ogenwater,
 

English : Greater Celandine
Français : Chelidoine
Deutsch : Schöllkraut
 

Taxonomische indeling

Rijk : Plantae Planten
Stam : Embryophyta Landplanten
Klasse : Spermatopsida Zaadplanten
Clade :   Bedektzadigen
Clade :   'Nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade :    
Orde : Ranunculales  
Familie : Papaveraceae Papaverfamilie
Geslacht : Chelidonium  
     
    Linnaeus (1753)
   
Vindplaats : Eigen tuin - Zaffelare
Oost Vlaanderen - België
Datum : 05 mei 2013
 
 
 
 
 
 
 
 
           
Omschrijving :

De stinkende gouwe (Chelidonium majus) is een algemeen voorkomende vaste plant uit de papaverfamilie (Papaveraceae). Toch lijkt de plant op het eerste gezicht in de verste verte niet op de alom bekende grote klaproos. Hij heeft namelijk kleine, gele bloemen en enigszins op eikenblad gelijkende bladeren. De stinkende gouwe bevat oranje-geel melksap en groeit vooral langs heggen en op ruige plaatsen.
De stinkende gouwe komt voor van het Middellandse Zeegebied tot ver in Scandinavië en in Midden- en Noord-Azië.

De bloem is heldergeel en is 2-2,5 cm breed. Er zijn twee kelkbladeren, vier kroonbladeren en veel meeldraden en een stamper.Twee tot zes bloemen vormen een los scherm, dat van mei tot in de herfst bloeit.

Het blad is oneven geveerd of diep ingesneden en grof gekarteld. Er zijn in het eerste geval vijf of zeven deelblaadjes. De onderkant van het blad is blauwgroen.Op de bladen zijn soms knopjes waargenomen, die later nieuwe planten vormen, dus voor ongeslachtelijke vermenigvuldiging der plant zorgen. De bloemstelen krommen zich bij regenachtig weer en bij nacht om het stuifmeel te beschutten.

De vrucht is een hauw van 2-5 cm lang, die van onderaf met twee kleppen geopend kan worden. De zaden worden door mieren versleept, omdat er een vettige witte zaadsluier (mierenbroodje) op zit waar zij dol op zijn.

Volgens de middeleeuwse signatuurleer kon de plant bij galklachten toegepast worden vanwege de gele kleur van het melksap en de vorm van de bladeren. Stinkende gouwe werd als geneeskruid ook gebruikt bij onder meer oogziekten. Het gele sap werd tevens tegen wratten ingezet, om een wrat te laten verdwijnen moest het sap van een verse stengel er meerdere malen per dag op worden gesmeerd. Een van de bladeren getrokken mengsel werd ooit gezien als een probaat middel tegen lichaamsbeharing.

 
 
 
 
         
Naamgeving :

De geslachtsnaam'Chelidonium'komt van het Griekse woord 'chelidon' wat 'zwaluw' betekent, omdat zoals Dioscorides reeds vertelde, dat het kruid begon te bloeien bij de terugkomst van de zwaluwen uit het zuiden, en weer verwelkten bij hun vertrek. Een andere uitleg is dat de naam afkomstig is van de naam die alchemisten aan de plant gaven 'coeli donum' wat 'hemelgave' betekent. De soortnaam 'majus' betekent 'groot'.

De Nederlandse naam heeft betrekking op de onaangename lucht van de plant en de goudgele kleur van de bloemen.

 
  De plant bevat giftige alkaloïden zoals sparteïne, ze heeft een verdovende werking. Verder bevat het gewas etherische oliën en saponine.
Het dragen van handschoenen tijdens intensief werken met deze plant is aan te bevelen. Vergiftiging kan worden bestreden als een morfine-vergiftiging.
De plant blijft wel giftig in gedroogde toestand.
  Bron : Wikipedia