Infoplaatje

Pinksterbloem
Wetenschappelijke naam : Cardamine pratensis          
Nederlandse benamingen : Schuimkruid, spuugkruid, beemdkers, emmertje,
kievietsbloem, ooievaarsbloem,
 

English :

Cuckoo-flower

Français : Cardamine des prés
Deutsch : Wiesen-Schaumkraut

Taxonomische indeling

Rijk : Plantae Planten
Stam : Embryophyta Landplanten
Klasse : Spermatopsida Zaadplanten
Clade :   Bedektzadigen
Clade :   Tweezaadlobbigen
Clade :   Malviden
Orde : Brassicales  
Familie : Brassicaceae Kruisbloemenfamilie
Geslacht : Cardamine Veldkers
     
    Linnaeus (1753)
   
Vindplaats : Hoekstraat - Zeveneken
Oost Vlaanderen - België
Datum : 28 april 2013
 
 
 
 
 
 
 
 
           
Omschrijving :

De pinksterbloem (Cardamine pratensis) is een plant uit de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae). De soort is inheems en algemeen in Nederland en België.

De soort kan tot 0,5 m hoog worden. De plant heeft een wortelrozet. De stengel is hol en rond. De bladeren zijn samengesteld. De deelblaadjes van het wortelrozet zijn kort en breed en vaak bochtig getand. De stengelbladeren zijn smal en lang. De vrucht is een hauw. Deze zijn bij de pinksterbloem smal en maximaal 5,5 cm lang.

De bloemen zijn tweeslachtig, er zijn 6 meeldraden en 1 stamper met een korte stijl. De meeldraden hebben gele helmknoppen en komen voor in 3 paar, waarvan 2 lange (5 tot 10mm) en 1 korte (3 tot 6mm). Het vruchtbeginsel bestaat uit 2 gefuseerde vruchtbladen, is onderstandig en bevat 20 tot 30 zaadknoppen. De bloemen komen voor in een tros. De kelkbladen zijn onderaan met elkaar vergroeid, de kroonbladen niet. De kroonbladen zijn maximaal 1,8cm lang en hebben een lilla tot roze kleur met paarse aders, zelden wit.

De plant bloeit ondanks haar naam met name in de periode vóór pinksteren. Eind april is meestal het hoogtepunt.

`s Nachts en bij regen buigen bloemstelen naar beneden en sluiten de bloemen zich half (ze `slapen'). Vaak met speekselachtige vlokken, zgn. koekoeksspog; omgeeft de larve van de schuimcicade (schuimbeestje). Soms op hoofdnerf van onderste bladeren broedknoppen; vallen af en wortelen (vegetatieve vermeerdering). Blaadjes kunnen als waterkers gegeten worden (rijk aan vitamine C).

 
 
 
 
         
Naamgeving :

Cardamine komt mogelijk van het Griekse cardamine of cardemon, waarmee bedoeld werd "een naar sterkers smakende plant" (Kardemom is een plant uit de gemberfamilie). Cardamine kan echter ook zijjn afgeleid van het Griekse Cardis dat "hart" betekent en Damao dat "temperen of verzachten" betekent. Het kruid werd vroeger namelijk gebruikt bij hartkwalen en kon de pijn verzachten. Pratensis betekent "in weiden groeiend".

De pinksterbloem wordt ook wel schuimkruid genoemd, vanwege de voorkeur van het schuimbeestje (Philaenus spumarius) voor deze plant. Het schuimbeestje is een cicade waarvan de nimf (larve) leeft in een schuimnest dat doet denken aan speeksel.

 
   
  Bron : Wikipedia