|
![]() |
Magnolia | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wetenschappelijke naam : | Magnolia | ![]() |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nederlandse benamingen : | Beverrboom | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
English : | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Français : | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Deutsch : | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Omschrijving : | Magnolia (Nederlandse naam beverboom) is de naam van het typegeslacht van de Magnoliafamilie (Magnoliaceae). Het geslacht is in West-Europa niet inheems en is hier het bekendst vanwege de rijk bloeiende soorten en kruisingen die in veel tuinen en parken zijn aangeplant. Magnolia's hebben ongedifferentieerde bloembladeren: de bloemen hebben een bloemdek bestaande uit bloemdekbladeren (tepalen). De bloemdekbladeren, de meeldraden en de vruchtbeginsels zijn spiraalsgewijs op de kegelvormige bloemas ingeplant. Deze bloembouw komt overeen met de oudst bekende fossiele bloemen en duidt erop dat de oorsprong van de groep in de buurt van de eerste bloemplanten moet liggen. In de indeling van de Magnoliaceae die tot het eind van de twintigste eeuw gangbaar was, was Magnolia een van de grotere geslachten van de onderfamilie Magnolioideae. Met de introductie van moleculaire technieken voor onderzoek naar verwantschappen (DNA-sequencing) werd duidelijk dat het geslacht parafyletisch was. Daarmee is de omgrenzing van het geslacht Magnolia in beweging gekomen. De benadering die door de meeste taxonomen wordt gekozen, is om alle andere geslachten van de Magnolioideae samen te voegen met het oorspronkelijke geslacht Magnolia, waarmee dan één groot geslacht ontstaat dat wél monofyletisch is, en ongeveer 300 soorten telt.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Naamgeving : | Magnolia is een eponiem van Pierre Magnol (1638-1715). De Franse botanicus Plumier introduceerde de naam in 1703, toen hij een soort van het tropische eiland Martinique vernoemde naar de in die tijd beroemde botanicus uit Montpellier. De geslachtsnaam werd in 1730 overgenomen in plaat 39 van Mark Catesby's The Natural History of Carolina etc.. en in 1732 in plaat 168 van Hortus Elthamensis van Johann Jacob Dillenius. De wetenschappelijke namen in beide werken waren verzorgd door William Sherard, die daarmee als eerste de naam van de tropische Magnolia van Plumier gebruikte voor de soort uit de gematigde streken die later het type van het geslacht werd. In 1735 nam Linnaeus de naam over in de eerste druk van zijn Systema Naturae. In dat werk nam hij alleen de naam Magnolia op, met een verwijzing naar Plumier. Op dezelfde regel vermeldde hij Tulipifera als een synoniem. Die laatste naam werd toen gebruikt voor het geslacht dat we nu als Liriodendron (tulpenboom) kennen en dat al in 1687 door Paul Hermann in Horti Academici Lugduno-Batavi Catalogus was beschreven en afgebeeld, dat alles overigens zonder bloemen. Het is niet bekend of Linnaeus de Liriodendron ook heeft gezien in de hortus van Leiden, maar uit het feit dat hij de twee namen als synoniemen behandelde, blijkt dat hij op dat moment slechts een vaag idee van de identiteit van Magnolia had.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bron : Wikipedia | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||