|
![]() |
Hondsroos | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wetenschappelijke naam : | Rosa canina | ![]() |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nederlandse benamingen : | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
English : | Dog Rose | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Français : | Églantier, Rosier des chiens | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Deutsch : | Hundsrose | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Omschrijving : | De hondsroos (Rosa canina) is een in de Benelux van nature voorkomende roos. De struik komt van nature voor in Europa, Noordwest-Afrika en West-Azië. In Noord-Amerika is de plant geïntroduceerd. Het aantal chromosomen is 2n = 35. De struik wordt 1 tot 3 meter hoog. De bladeren en takken zijn groen of soms roodachtig aangelopen. De stekels zijn grotendeels haakvormig gebogen. Rosa canina 'Assisiensis' is een cultivar zonder stekels. De hondsroos bloeit in juni en juli met gemiddeld 3,5 tot 5 centimeter grote, witte of roze bloemen. De kroonbladen zijn veel langer dan de kelkbladen. De vrucht is een ovale, rood-oranje, 1,5-2 cm grote rozenbottel. De zaden kunnen zich zonder bevruchting ontwikkelen. Deze roos komt voor op voedselrijke, niet te zure, niet te donkere plaatsen. Met zijn stekels beschermt hij zichzelf tegen vraat. De hondsroos komt met name langs bosranden, in heggen en in struikgewas voor. De bloemen worden door bijen bestoven, de bottels worden graag gegeten door allerlei vogels, zoals de koperwiek en de kramsvogel in de maanden december, januari en februari. Van de rozenbottels wordt onder andere jam bereid. Deze jam is rijk aan vitamine C. Verder bevat een rozenbottel caroteen, vitamine B1 en vitamine B2. Er zijn aanwijzingen dat rozebottelpoeder pijn vermindert bij mensen met artose Op de hondsroos komt de bedeguaargal voor, een woekering veroorzaakt door de galwesp Diplolepis rosae. Een zeer variabele struik, die (naast Hondsroos) in 2003 werd opgedeeld in verschillendende soorten: Behaarde struweelroos (Rosa caesia), Beklierde heggenroos (Rosa balsamica), Heggenroos (Rosa corymbifera), Kale struweelroos (Rosa dumalis), Schijnegelantier (Rosa columnifera), Schijnheggenroos (Rosa subcollina), Schijnhondsroos (Rosa subcanina) en Wigbladige roos (Rosa elliptica). |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Naamgeving : | Het element 'honds-' dat in veel talen aan de naam van deze roos kleeft, stamt uit de antieke geneeskunde: de plant werd gebruikt tegen hondsdolheid (rabiës). Rosa is het Latijnse woord voor roos. De naam komt komt via het Griekse rodon van het Oudperzische wurdo, waar het doornstruik betekende. Canina betekent van een hond en slaat op de overtuiging van de oude Grieken dat deze roos hondenbeten genas. Plinius noemde de plant daarom Rosa canina (Hondsroos). |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bron : Wikipedia | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||