Ze komen voor in Noord-Amerika, Afrika, Azië en Europa. Veel soorten komen voor op het zuidelijk halfrond. Eén familie, Euphonia is inheems in Zuid- en Midden-Amerika (het Neotropisch gebied).

Vinken behoren evenals de mezen tot de bekendste en meest geliefde vogeltjes , omdat ze veel voorkomen in tuinen en parken , waar zij de omgeving opvrolijken met hun fraai verenkleed.
In de broedtijd ziet men ze minder vaak maar daarbuiten zoeken ze vaak in troepjes naar voedsel in omen, sruiken of lage vegetatie .

Ze hebben dikke snavels, die erg geschikt zijn om zaden open te breken.

Vinkachtigen (Fringillidae) zijn een familie van zangvogels waarbij de vinken, sijzen, haak- en kruisbekken en kanaries ingedeeld worden.

De familienaam is afgeleid van het woord fringilla, Latijn voor vink (F. coelebs), de meest algemene vertegenwoordiger van deze familie in Europa.

Het zijn meest zaadetende vogels met een korte, sterke snavel. Ze hebben een harde schedel en grote kaakspieren, die nodig zijn om de zeer harde zaden te kraken. De mannetjes verschillen meestal van de vrouwtjes in uiterlijk.

De meeste vinken zijn territoriaal ingesteld, sommigen broeden coöperatief.