Een kroonkurk is een metalen dopje dat dient om een fles af te sluiten. Doordat de talrijke inknijpingen in de rand van de kroonkurk zich stevig om de flesopening klemmen, is het dopje slechts met grote kracht te verwijderen. Dit maakt de kroonkurk bij uitstek geschikt voor het afsluiten van flessen die met koolzuurhoudende drank zijn gevuld. De binnenkant is ingelegd met kurk, polyvinylchloride (pvc) of polyetheen.

De kroonkurk dankt zijn naam aan zijn uiterlijk: door de inknijpingen lijkt het dopje op een kroon. De naam werd bedacht door de in 1858 naar de VS geëmigreerde Ier William Painter (1838-1906), die op 5 november 1889 voor zijn kroonkurk patent aanvroeg.

De huidige kroonkurk is nog nagenoeg gelijk aan Painters originele ontwerp. De kurk- en papierdelen zijn echter vaak vervangen door kunststof en het aantal inknijpingen is teruggebracht van 24 naar 21. Volgens de industriële DIN-norm 6099 heeft een kroonkurk de volgende afmetingen (in millimeters): hoogte 6,00 ± 0,15, diameter binnenkant 26,75 ± 0,15 en diameter buitenkant 32,10 ± 0,20.

       
Belgische bierkroontjes